Wat is de betekenis van Tandkiem?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tandkiem

v. (-en), het weke vliesje dat inwendig de tandholte bekleedt.

2025-07-27
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Tandkiem

Gebitselement in beginstadium.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tandkiem

v. (-en) week vliesje dat inwendig de tandholte bekleedt.

Gerelateerde zoekopdrachten