Tamboeren
(tamboerde, heeft getamboerd), 1. op de trommel slaan; 2 .op iets tamboeren, het door aanhouden trachten te verkrijgen, er voortdurend op aandringen; 3. (Zuidn.) met gedruis slaan, leven maken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(tamboerde, heeft getamboerd), 1. op de trommel slaan; 2 .op iets tamboeren, het door aanhouden trachten te verkrijgen, er voortdurend op aandringen; 3. (Zuidn.) met gedruis slaan, leven maken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(tamboerde, getamboerd) veel lawaai maken, herrie schoppen. ‘Heeft u vannacht ook die braspartij gehoord? Ik vind dat we daar de parkmanager moeten over aanspreken. Er marcheren hier soldaten voorbij in het holst van de nacht, waarschijnlijk om in het dorp te gaan tamboeren. Ik begrijp niet dat hun officieren zoiets toelaten.’ - HN, 19-...
Walter De Clerck (1981)
Lawaai maken, herrie schoppen, feestvieren. Hoe lang dat Brussels groot volk daar heeft zitten lampetten en tamboeren weet ik niet, ik ben slapen gegaan met een goed stuk in mijne kraag, CLAES 1960, 104.
M. J. Koenen's (1937)
tamboerde, h. getamboerd (op de trommel slaan; Z.-N. leven maken): zegsw. op iets tamboeren, a) luid en krachtig blijven aandringen, b) Z.-N. slaan.
Jozef Verschueren (1930)
(tam'boerən) (tamboerde, heeft getamboerd) → tamboereren (1) : op iets -, ook Fig. er luid en krachtig op blijven aandringen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(tamboerde, heeft getamboerd), 1. op trommel slaan; 2. op iets tamboeren, het door aanhouden trachten te verkrijgen, er voortdurend op aandringen.
J.H. van Dale (1898)
Tamboeren - (tamboerde, heeft getamboerd), op de trommel slaan; (fig.) op iets tamboeren, trachten te verkrijgen, ergens op aandringen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: