Wat is de betekenis van takkebossen, takkenbossen?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

takkebossen, takkenbossen

(1991) (mar.) kletsen; ouwehoeren*: 'Sta toch niet te takkebossen.' • (Fré Harmsen: Van baroe tot branie. Termen en zegswijzen bij de Koninklijke marine. 1991) • Takkebosse: gezellig praten; keuvelen. Dit gebeurt vaak onder het genot van een drankje en een hapje (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdr...