Wat is de betekenis van tactloos?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tactloos

bn. bw. (...lozer, -t), zonder tact of beleid.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tactloos

tactloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder tact Woordherkomst afgeleid van tact met het achtervoegsel -loos Antoniemen tactvol

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tactloos

bn., bw.; tactlozer, tactloost (zonder tact of beleid): tactloos te werk gaan; de tegenstell. is tactvol, bn., bw.: een tactvol beleid.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)