’t is een wildeman
Dat zegt men van een woest ontemmelyk mensch, een tweede Ismaël, Genes. 16: 12. Daar mede komt overeen, zo wild als uit een bosch. Zy is zo wild, als ware zy met een trommel gevangen. Hy heeft een wild hair in den neus. Van zulke was het oude liedeken: Wilder dan wild, wie zalder my temmen? Hier tegen is, wanneer ’t te grof gaat; gee...