Wat is de betekenis van ’t is een koekkoek?

2025-07-25
Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

’t is een koekkoek

Zo noemt men een hoorndrager. Ziet hiervoor dat spreekwoord. Men zegt van den koekkoek, dat het wyfje haare eyeren legt in het nest van andere vogelen, op dat die haare jongen zouden uitbroeden en opqueken. Dit past wel by gelykenis op den overspeelden Maar waarom schryft het gebruik dat bedrijf van des koekkoeks wyfje toe aan een man? Veele zouden...