Wat is de betekenis van swish?

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

swish

I. zwiepen; ruisen [v. zijde]; II. zwiepen met; afranselen, met de roe geven; swish off, afslaan [met stokje]; III. zwiepend geluid; geruis [v. zijde].

Gerelateerde zoekopdrachten