sweeping
I. vegend; a sweeping generalization, een (te) algemene generalisatie; sweeping majority, verpletterende meerderheid; sweeping measure, radicale maatregel; sweeping plains, wijde, uitgestrekte vlakten; at a sweeping reduction, tegen zeer gereduceerde prijzen; II. sweepings, veegsel; the sweepings, het uitvaagsel.