Wat is de betekenis van sweep?

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

sweep

(zelfstandig naamwoord) overmacht, wals

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sweep

sweep - Zelfstandignaamwoord 1. op een radarbeeld de lijn die rondjes draait waarbij de positie en andere gegevens op het beeld ververst worden. Woordherkomst Leenwoord uit het Engels (#Engels|sweep)

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sweep

swepe, slaanding bestaande uit ‘n gebreide riem of vlegsel van iets (aan ‘n stok gebind).

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

sweep

I. 1. vegen; 2. strijken, vliegen, jagen, schieten; zwenken; 3. statig lopen (gaan); 4. zich uitstrekken; 5. dreggen (naar for); II. 1. (aan)vegen, weg-, op-, schoonvegen; 2. afvissen, afjagen, afzoeken, (af)dreggen [rivier]; 3. strijken of slepen over; bestrijken; opstrijken [winst]; 4. sleuren, meeslepen; sweep the board, met de hele winst (de he...

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

sweep

(Eng.) ononderbroken aanval v. groepen vliegtuigen langs de kusten en landinwaarts op milit. voorraden, fabrieken, vliegvelden, spoorwegen i. h. invasiegebied.