sweep
(zelfstandig naamwoord) overmacht, wals
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
sweep - Zelfstandignaamwoord 1. op een radarbeeld de lijn die rondjes draait waarbij de positie en andere gegevens op het beeld ververst worden. Woordherkomst Leenwoord uit het Engels (#Engels|sweep)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. vegen; 2. strijken, vliegen, jagen, schieten; zwenken; 3. statig lopen (gaan); 4. zich uitstrekken; 5. dreggen (naar for); II. 1. (aan)vegen, weg-, op-, schoonvegen; 2. afvissen, afjagen, afzoeken, (af)dreggen [rivier]; 3. strijken of slepen over; bestrijken; opstrijken [winst]; 4. sleuren, meeslepen; sweep the board, met de hele winst (de he...
Jacon Kramers Jz (1948)
(Eng.) ononderbroken aanval v. groepen vliegtuigen langs de kusten en landinwaarts op milit. voorraden, fabrieken, vliegvelden, spoorwegen i. h. invasiegebied.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: