Sustento
(1), I.a. eig., omhoog -, staande houden, ophouden, steunen, [i]corpus [/i]Plin., fratrem ruentem dextrā, Verg. b. overdr., staande houden, ondersteunen, behouden, niet laten zinken, - te gronde gaan, valetudinem, Cic., famem pecore, Caes., rem publicam, Cic., amicos fide, Cic. | onderhouden, voeden, familiam...