Wat is de betekenis van Suppim?

2025-07-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Suppim

1) een afstammeling van Benjamin; I Chron. 7:12,15. 2) een afstammeling van Levi; 1 Chron. 26: 16.

Gerelateerde zoekopdrachten