Wat is de betekenis van Superflu?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Superflu

(Fr.), o., het overtollige, overtolligheid.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Superflu

overtolligheid

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Superflu

overtollig

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Superflu

I. overtollig, overbodig, overdadig; II. 't overtollige; overvloed.

Lees verder
2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

superflu

o. (Fr. [Lat. superfluus]: het overtollige).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

superflu

(supər'flu) o. [Fr. < Lat. superfluus] het overtollige, overtolligheid.

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

superflu

superflu, - o., overvloed; overtolligheid.

2025-07-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Superflu

Fr., overbodig, overtollig,

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Superflu

Superflu - o. overtolligheid.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten