Wat is de betekenis van Summa summarum?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Summa summarum

zie het Wdb. op Summa ; de uitdr komt voor bij Plautus, Truculéntus 4.

2025-07-22
Latijns citaten boekje

Dr. D.J.A. Westerhuis (1974)

Summa summarum

De som der sommen, hoofdzaak. Plautus, Truculentus 25 e.a.

2025-07-22
gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Summa summarum

Alles te zamen. Bij slot van rekening. PLAUTUS, Truculentus I, I, 4.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

summa summarum

('summa sum'ma:rum) bw.uitdr. [Lat.] alles bijeengenomen, ten slotte.

2025-07-22
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Summa summarum

Summa summarum - (Lat.) alles te zamen genomen, staat het eerst bij Plautus in de Truculentus 1.1.4.

2025-07-22
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Summa summarum

Summa summarum - alles bijeengenomen, alles te zamen.

2025-07-22
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Summa summarum

(lat.) alles te zamen genomen.

2025-07-22
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Summa summarum

Lat., som der sommen, gezamenlijk bedrag, alles bijeengenomen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Summa summarum

Dat is gezegt, de som der sommen. Zo noemt men in rekeningen het algemeene facit, of beloop, van alle de byzondere posten. Dit word toegepast om uit te drukken het kort bewerp, of besluit, waar op alles uitkomt. Het zelve is: Dat is ’t einde van ’t lied. Dit is, ontleent van de ouderwetze gezangen der Redenrijkers minjoot in hun Prin&c...