Wat is de betekenis van sul?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sul

I. SUL m. (-len), doodgoed of al te goed mens, iem. die alles goedvindt, die alles verdraagt; hals, stumper: ’t is zo een goeie sul. II. SUL v. (-len), 1. (Zuidn.) zeker werktuig, baars, dissel: kloet; 2. glijgoot in pakhuizen en op schepen, om colli naar beneden te laten glijden.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sul

sul - Zelfstandignaamwoord 1. een wat dommig, traag persoon Wat een sul is dat toch. sul - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sullen ♢ Ik sul 2. gebiedende wijs van sullen sul!...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sul

doodgoeie mens.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sul

s., sul(le), sule, sloarm, sjobis, sjoele, koalle, koallebokse, koal-om, omkoal, sokses, sûch.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sul

m. sullen (onnozel, doodgoed mens, bloed).

2025-07-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Sul

Glijbaan. Sullebaan. Glijgoot in pakhuizen en op schepen, om balen naar beneden te laten glijden.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sul

m. (-len; -letje) onnozel, doodgoed mens, hals, stumper.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sul

m. (-len), 1. al te goed mens; 2. domkop.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

sul

sul zn. 'onnozel, doodgoed mens; sufferd' categorie: geleed woord, erfwoord Vnnl. sul 'sukkel, iemand die over zich heen laat lopen' in een goên sul van een pol ... die op haer verslingert is 'een goeie sul van een vrijer ...' [1615; WNT], sullen, die hy de kluchtighste dingen van de wijde weerelt op de mouw speete...