Wat is de betekenis van suft?

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

suft

suft - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suffen ♢ Jij suft 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suffen ♢ Hij suft 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van suffen suft!