Wat is de betekenis van Suçon?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Suçon

(<Fr.), v. (-s), ben. voor de insnijdingen in een kledingstuk waardoor het lijn krijgt.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Suçon

dotje, fopspeen.

Gerelateerde zoekopdrachten