Wat is de betekenis van Stuurrad?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stuurrad

o. (-eren), rad met spaken waarmee men een scheepsroer beweegt; — rad waarmee men een auto bestuurt.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stuurrad

o. stuurraderen (toestel, bestaande uit een al of niet van uitstekende spaken voorzien rad, waarvan de omdraaiing wordt overgebracht op het roer van een voorrad, de vooras van een voertuig enz.).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stuurrad

('stu:r) o. (-eren) rad waarmede men stuurt nl. 1. rad, wiel waarmede men het roer beweegt. 2. rad, wiel waarmede men een auto, een vliegtuig bestuurt.

2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Stuurrad

Stuurrad - een rad met spaken, waarmee men het beweegt; het is één met den stuurtrommel (zie STUURINRICHTING), waarop zijn gewonden de stuurrepen, welke de kracht van het s. op de roerpen overbrengen. Vijf slagen van het rad brengen het roer meestal 45° uit den rechten stand en een axiometer duidt aan, hoe het roer staat.

2025-07-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Stuurrad

een rad met spaken, waarmee men het beweegt; het is één met den stuurtrommel (zie Stuurinrichting) waarop zijn gewonden de stuurrepen, welke de kracht van het S. op de roerpen overbrengen. Vijf slagen van het rad brengen het roer meestal 45° uit den rechten stand en een axiometer duidt aan hoe het roer staat.

2025-07-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Stuurrad

z.n.o. - Rad, dienende om de roerpen, ’t zij rechts. ’t zij links te bewegen.

2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten