Wat is de betekenis van stuitnokken?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

stuitnokken

(1938) (inf.) benen. 'Aan zijn stuitnokken trekken': er vandoor gaan, de benen nemen. Een stuitnok is volgens het WNT een "nok aan een geweer om den grendel bij het openen tegen te houden." • Mickey en Minnie achten dan de tijd gekomen om aan de stuitnokken te trekken. (Bataviaasch nieuwsblad, 21/01/1938) • Maar hoe dan ook, de vijfde ha...

Gerelateerde zoekopdrachten