Wat is de betekenis van Stubbelen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stubbelen

(stubbelde, heeft gestubbeld), (gew. in Z.-Ned.) 1. ruzie maken, kibbelen; 2. aarzelen.

Gerelateerde zoekopdrachten