Struikvorm
m. (-en), 1. vorm van een struik: bessen, frambozen in struikvorm telen; 2. vruchtboom die men als struik laat groeien: 300 ha struikvormen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. vorm van een struik: bessen, frambozen in struikvorm telen; 2. vruchtboom die men als struik laat groeien: 300 ha struikvormen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: