Wat is de betekenis van Struikvorm?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Struikvorm

m. (-en), 1. vorm van een struik: bessen, frambozen in struikvorm telen; 2. vruchtboom die men als struik laat groeien: 300 ha struikvormen.

Gerelateerde zoekopdrachten