Wat is de betekenis van Struikgewas?

o. (-sen), 1. (w. g.) struikachtig gewas; 2. (coll.) een aantal bijeenstaande struiken: verborgen in het struikgewas.

struikgewas - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Een groep van bij elkaar staande struiken ♢ De bal verdween in het struikgewas. Woordherkomst samenstelling van struik en gewas

struikgewas - zelfstandig naamwoord uitspraak: struik-ge-was 1. groep struiken die dicht op elkaar groeien ♢ de bal verdween in het struikgewas Zelfstandig naamwoord: struik-ge-was het struikgewas

Het struikgewas symboliseert heimelijkheden, omdat men zich erin kan verstoppen; hiermee wordt een zekere afsluiting voor de omgeving bedoeld. Is de struik groen, dan is er hoop dat men spoedig weer het vuur van het leven (en ook de liefde) zal hervinden. Is de struik dor, dan voert men strijd met z’n gevoelens. (Zie ook ‘Bosjes’)...

bossies.

s.n., strew(i)el (it), strewelleguod (it), beamkeguod (it), leechhout (it); wild — in lage landen, kreilguod (it), kreilen, pl.

o. struikgewassen (1 plant[soort], die in een struik groeit; 2 verzamelnaam voor een aantal bijeenstaande struiken): 1. kruiden en struikgewassen; 2. zich in het struikgewas verbergen.

('struik) o. (-sen) 1. Eig. struik. Tgst. boom. 2. Metn. gezamenlijke struiken.

Struikgewas - o. (-sen), struik, heester; ... HEIDE, v. bezemheide, eene der twee soorten van heide (calluna vulgaris) welke de uitgestrekte heidevelden in Nederland vormen; ...HOUT, o. kreupelhout; ...ROOVEN, o. in de bosschen of op afgelegen wegen zich verbergen, om van daar de reizigers op den openbaren weg aan te vallen en te berooven; ...RO...