Wat is de betekenis van stropdas?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stropdas

v. (-sen), 1. hoge, nauw om de hals sluitende, van achteren dichtgegespte das, die in de 18de en 19de e. als onderdeel van deftige herenkleding of uniformkleding werd gedragen: een zwartsatijnen stropdas; 2. (thans) zelfbinder, das die men stropt.

2025-07-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stropdas

das om de hals gestrikt. das die, meestal over het boord van een overhemd heen, om de hals gedragen wordt en aan de voorkant gestrikt wordt, meestal door mannen gedragen bij formele gelegenheden. Voorbeelden: Die stropdas moet ik terug hebben. Zij mag niets van mij bezitten. Zij mag zich niets van mij herinneren. Jeroen Brouwers,...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stropdas

stropdas - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) smalle sjaal waarin een sierknoop gelegd wordt Synoniemen das Verwante begrippen vlinderdas

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stropdas

stropdas - zelfstandig naamwoord uitspraak: strop-das 1. lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt ♢ hij draagt altijd een stropdas naar kantoor Zelfstandig naamwoord: strop-das d...

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

stropdas

stropdas - Vrij lange, smalle stukken zacht materiaal, zoals zijde of wol, die om de hals onder de boord worden gedragen en met een knoop, lus of strik aan de voorkant worden vastgemaakt, waarbij de twee uiteinden meestal verticaal los naar beneden hangen.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stropdas

v. stropdassen (strop 3, inz. met gesp).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stropdas

('strob) v. (-sen) 1. Eert. stijve halsdas veelal van achteren dichtgegespt. 2. Tgw. zelfbinder, das die men stropt.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stropdas

v./m. (-sen), zelfbinder, das die men stropt.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

stropdas

stropdas Zie: das