Strontvolk
o., gemeen volk ; tuig.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (scheldw.) mensen van lage stand. Syn.: schijtvolk. • ‘Strontvolk!’ schreeuwde Liska, ‘ge weet zeker niet dat ge zijn zonen zijt!’ Zij stond met het broodmes in haar hand en dreigde te steken naar alwie een voet te dicht kwam. Salemon at en grinnikte. (André Demedts: Aan Tsjamers’ vijver. In: Die...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: