Wat is de betekenis van strontvolk?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strontvolk

o., gemeen volk ; tuig.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

strontvolk

(19e eeuw) (scheldw.) mensen van lage stand. Syn.: schijtvolk. • ‘Strontvolk!’ schreeuwde Liska, ‘ge weet zeker niet dat ge zijn zonen zijt!’ Zij stond met het broodmes in haar hand en dreigde te steken naar alwie een voet te dicht kwam. Salemon at en grinnikte. (André Demedts: Aan Tsjamers’ vijver. In: Die...

Gerelateerde zoekopdrachten