Wat is de betekenis van strohoed?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strohoed

m. (-en), hoed van stro gevlochten, uit z.g. strobanen samengevoegd, of van z.g. stroweefsel gemaakt.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strohoed

strohoed - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) een hoed gevlochten van fijn bewerkt stro

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Strohoed

s., striehoed, strieën hoed.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

strohoed

m. strohoeden (zomerhoed v. stro, strooien hoed): fijne Ital. strohoeden.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

strohoed

m. (-en) van stro gemaakte hoed.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)