Wat is de betekenis van Stroefheid?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stroefheid

v., 1. ruwheid, oneffenheid: de stroefheid van de vloer maakte het dansen onmogelijk; 2. het stroef zijn (in de bet. 3.): de stroefheid van het gedicht; 3. koelheid, stijfheid : wat een hooghartige stroefheid!

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stroefheid

v. (de eigenschap van stroef te zijn): de stroefheid der verzen.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stroefheid

v., 1. ruwheid, oneffenheid: de — van de vloer; 2. het stroef-zijn: de — van het gedicht; 3. koelheid, stijfheid.

Gerelateerde zoekopdrachten