Wat is de betekenis van strijkplank?

v. (-en), 1. plank waarop men goed strijkt; 2. (bij het gieten van metalen voorwerpen) plank, dienende om bij het vormen van een lemen kern de overtollige leem weg te strijken.

1) (1950) (sch.) lang, mager meisje zonder boezem. Zie ook: twee erwten* op een plank. Ook een spotnaam voor een lange agent (zie citaat 2013). • een schoenmakersplank, of een strijkplank, een lang en mager mans- of vrouwspersoon. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • Strijkplanke. v. Lang en mager vrouwspersoon. (L. Lievev...

strijkplank - Zelfstandignaamwoord 1. een plankvormig voorwerp, gewoonlijk op een inklapbaar onderstel, bedoeld als ondergrond waarop kleding gestreken kan worden ♢ Ik zal even de strijkplank pakken. Woordherkomst samenstelling van strijk(werkwoord) en plank

strijkplank - zelfstandig naamwoord uitspraak: strijk-plank 1. plank op poten waar je je kleren op legt als je ze strijkt ♢ ze legde de mouw op de strijkplank en streek hem glad Zelfstandig naamwoord: strijk-plank de...

Strijkplank - 'als een strijkplank op de fiets zitten': zonder stijl, met een weinig sierlijke houding.

strijkplank: massagetafel, plaktafel.

Schertsende benaming voor de massagetafel.

(de; -en) 1 - stijve hark, renner met een stijl van fietsen die niet sierlijk oogt: hij zit als een strijkplank op zijn fiets. 2 SP spreektaal - massagetafel

meisje zonder boezem. Zie ook plank. De tijd van de strijkplanken a la Twiggy en de Courrègemannequins uit de jaren '60 lijkt nu wel voorbij te zijn. (Humo, 14/03/1991) Een dubbeltje is plat, maar zij is platter. Volkomen strijkplank! (Boudewijn Büch, Het bedrog, 1993)