Wat is de betekenis van Strampel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STRAMPEL

m. (-s), (gew.) 1. stomp van een tak of boom met één of meer vertakkingen ; 2. gevorkte tak, gaffel, mik: schapen die door openingen van een heining kruipen krijgen een strampel om de nek; 3. vork om graan bij het dorsen te keren; gaffel; 4. touw, vorksgewijs verbonden aan de lijn van een paardetuig voor het mennen van een t...

2025-07-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Strampel

Stramp, vork. Een V-vormig vertakt stuk hout; een V-vormig eind touw. Schapen, die door openingen van een heining kruipen, krijgen een strampel om den nek. Een leidsel voor een tweespan heeft twee strampen. Een eendenest op een strampel boven het water. De strampel wordt daartoe in de modder gestoken en de hals van den korf in de vork gelegd; de bu...

2025-07-28
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)