Wat is de betekenis van straftijd?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STRAFTIJD

m., duur van een opgelegde vrijheidsstraf: zijn straftijd uitzitten, geheel ondergaan.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

straftijd

straftijd - Zelfstandignaamwoord 1. de lengte van een vrijheidsstraf Als Georges vertelt over zijn straftijd in de gevangenis beweegt er iets onder zijn sleep: dochter Christiane komt te voorschijn. 2. de tijd die bij snelheidssporten als straf kan worden opgelegd ...

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

straftijd

m. straftijden (tijd, dat een straf duurt).

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)