stouterdje
(1965) (prost.) klant met perverse neigingen; masochist. • Voor hen was de heer der schepping óf een schat, met interessante, alleen hem toebehorende extasen, óf een stouterdje, die gebruik van hen maakte tegen vergoeding (samen wandelen, bioscoop, een namaakbros),.... (Simon Vestdijk: De dokter en het lichte meisje. 1965) &bull...