STORTBUI
v. (-en), hevige plasregen.
Wiktionary (2019)
stortbui - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) meestal korte maar heftige regenbui 2. wordt ook in figuurlijke zin gebruikt als iemand veel zegt en/of lawaai maakt. ♢ nadat hij zich op zijn vinger had geslagen liet hij een stortbui van scheldwoorden horen. Woordherkomst samenstel...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
stortbui - zelfstandig naamwoord uitspraak: stort-bui 1. hevige regenbui ♢ we zijn helemaal nat geworden in die stortbui Zelfstandig naamwoord: stort-bui de stortbui de stortbuien
Peter Timofeeff (1993)
Zware bui met een zeer grote neerslagintensiteit. Zo'n stortbui hoeft niet met hagel of onweer gepaard te gaan. Vooral in de tropen komen dit soort buien tijdens de natte moesson nogal eens voor. Zie ook: wolkbreuk
drs. L.A. Beeloo (1981)
meestal slechts kortdurende, heftige neerslag van grote regendruppels, afkomstig uit hoge stapelwolken; zie regen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: