Wat is de betekenis van stootsheid?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOOTSHEID

v., 1. lust om (met de horens) te stoten; 2. (fig.) vechtlust.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stootsheid

v. (lust, om (met horens) te stoten; fig. vechtlust).

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stootsheid

v. 1. lust om met de horens te stoten. 2. Algm. vechtlust.

Gerelateerde zoekopdrachten