stond uit
stond uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitstaan ♢Ik stond uit ♢Jij stond uit ♢Hij, zij, het stond uit
Wiktionary (2019)
stond uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitstaan ♢Ik stond uit ♢Jij stond uit ♢Hij, zij, het stond uit
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: