Wat is de betekenis van Stompheid?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOMPHEID

v., het stomp-zijn.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stompheid

s., stompens, bottens.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Stompheid

is de toestand van moeilijker toegankelijk-zijn voor geestelijk contact en van minder en langzamer reageeren op prikkels van de buitenwereld. Bij ➝ schizophrenie ziet men de sterkste vormen van s. optreden; een bepaalde groep van zwakzinnigen (➝ Oligophrenie) is er door gekenmerkt. v. d. Sterren.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stompheid

('stompheit) v. het stomp zijn.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stompheid

Stompheid - v. botheid, afstomping; eggigheid; (fig.) domheid.

Gerelateerde zoekopdrachten