Wat is de betekenis van Stommigheid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOMMIGHEID

v. (...heden;, domheid, stommiteit.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stommigheid

domheid, lompheid.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stommigheid

v. stommigheden (domheid, lompheid, stomheid): wat een stommigheid!

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stommigheid

('stomməcheit) v. (..heden) domheid, lompheid.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stommigheid

Stommigheid - v. (...heden), domheid, lompheid.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten