STOMMERD
m. (-s), stommeling, stommerik : die stommerd !
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
stom persoon. iemand die stom is; stom persoon; stommeling. Ook gebruikt als scheldwoord. Voorbeelden: Casper zette het glas naast hem in het gras. Hij had het nog niet neergezet of Lucas stootte het om. 'Stommerd,' zei Ymke. Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001 Ik had bedacht dat ik een sjieke dame w...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
stommerd - Zelfstandignaamwoord 1. Iemand die iets doms doet., een stommeling, sufferd. ♢ Die stommerd kon weer eens niet op tijd komen. Woordherkomst afgeleid van stom met het achtervoegsel -erd
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: