stomme zonde
(17e eeuw) (euf.) sodomie; homoseksualiteit. Eigenlijk: de zonde waarover niet mocht gesproken worden. • Niettemin, van den haat en opspraak, gereezen teeghens die orde, dienden zich eenighe leekebrôers: de welke, hardt gehandelt by d'andre, hun tot weêrwraak van dien, den gruwel der stomme zonde, oft Sodomye, te last leydden. (P.C...