Wat is de betekenis van Stokboon?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOKBOON

v. (...bonen), boon die langs stokken groeit, inz. de snijbonen ; (zegsw.) ik heb genoeg aan mijn eigen stokkebonen, ik heb genoeg te stellen met mijn eigen zaken.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stokboon

Hieronder verstaat men alle bonen die voor hun ontwikkeling ondersteuning van stokken of touw nodig hebben (z. Boon).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stokboon

('stoʞ) v. (...bonen) boon die langs stokken groeit. Tgst. stamboon.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stokboon

v./m. (-bonen), ben. voor elke boonsoort die langs stokken (klimmend) gekweekt wordt: (zegsw.) ik heb genoeg aan mijn eigen stokbonen, ik heb genoeg te stellen met mijn eigen zaken.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stokboon

Stokboon - v. (-en), boon die langs stokken groeit, inz. de snijboonen; ...DEGEN, m. (-s), degen uit een degenstok.