Wat is de betekenis van Stinkniese?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STINKNIESE

o. (-s), (Barg.) vuile meid; hoer.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

stinkniese

(1906) (Barg.) prostituée, hoer. Niese* komt ook voor in andere Bargoense samenstellingen, zoals: dolmniese (hospita) en peesniese (publieke vrouw). • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • (Van Dale Modern Bargoens Woordenboek. 2009) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf ee...

2025-07-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

stinkniese

vuile meid; prostituee In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Zie verder bij niese • Eruit schijthuis, stinkniese, als je eet slaan de varkens op de vlucht, ik mieter je vandaag of morgen de kop nog ’s in! ¶ Jef Geeraerts, Gangreen 1 Black Venus (1967), p. 152

2025-07-25
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Stinkniese

scheldwoord voor een hoer. Stoffer op de stoffer gaan, nemen: copuleren. Ik wil lekker ketsen jonge, ik wil van de kruk af, plat, van bil gaan, op de stoffer, als je begrijpt wat ik bedoel. - Jan Cremer, Ik Jan Cremer II (1966) ​

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

stinkniese

(Bargoens) hoer, vuile meid. O.a. bij Henke. Niese is Bargoens voor ‘vrouw, meisje’.

2025-07-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

stinkniese

vuile meid; hoer.

Gerelateerde zoekopdrachten