Wat is de betekenis van stimuleren?

(stimuleerde, heeft gestimuleerd), (<Fr.<Lat.), aansporen, prikkelen, de werkzaamheid van iets (trachten te) bevorderen: dat stimuleert do functie van de lever; de ijver, de spaarzin stimuleren.

stimuleren - Werkwoord 1. (ov) maatregelen nemen om iets te bevorderen ♢ De regering trachtte de economie te stimuleren om een depressie te vermijden. Woordherkomst afgeleid van het Franse stimuler (met het achtervoegsel -eren) Synoniemen aanporren, aansporen, aanvuren, bevo...

stimuleren - regelmatig werkwoord uitspraak: sti-mu-le-ren 1. het beter laten verlopen ♢ deze reclame stimuleert de verkoop Regelmatig werkwoord: sti-mu-le-ren ik stimuleer jij/u stimule...

[Lat. stimulare, -atum, van stimulus = prikkel, stekel; verwant met Gr. stizein = steken, prikken] prikkelen, aanzetten.

prikkelen; aansporen

prikkelen, aansporen

betekent in de geneeskunst het (met geneesmiddelen) aansporen van het hart en de bloedvaten (eventueel ook andere organen) tot sterkere werking.

(Lat. stimulus: prikkel, waarmede men de ossen aandreef) betekent prikkelen. Med. en biol.: het toedienen van een stof (stimulans), waardoor de werkzaamheid van een orgaan bevorderd wordt. Ook: bevorderen; de spaarzaamheid wordt gestimuleerd door het vertrouwen in de waardevastheid van het geld.

v., fuortsterkje, foer jaen.