Wat is de betekenis van stijlloos?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STIJLLOOS

bn. bw., zonder (goede) stijl, waarin geen vormgeving als uiting van een karakter of opvatting valt te bespeuren: de stijlloze huizenbouw van de 19de eeuw; een stijlloze manier van doen; een muziekstuk stijlloos vertolken.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stijlloos

stijlloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. ongepast De oude man maakte stijlloze opmerkingen over de jonge verpleegsters. Woordherkomst afgeleid van stijl met het achtervoegsel -loos Synoniemen brutaal, onbehoorlijk, onwelgevoeglijk

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stijlloos

bn. en bw., zonder (goede) stijl; (ook) incorrect.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)