STEVENEN
(stevende, is gestevend), 1. (zeew.) koers zetten, varen, zeilen naar: de vloot stevende naar de Oostzee: (zegsw.) je moet steeds recht vooruit stevenen, steeds uw best dom vooruit te komen; 2. (fig.) zijn weg nemen, zich begeven; gewoonlijk iron.: ze stevende ook al naar huis.