STEUNWEEFSEL
o. (-s), tot steun dienend weefsel in het dierlijk lichaam: been is de meest harde vorm van steunweefsel.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), tot steun dienend weefsel in het dierlijk lichaam: been is de meest harde vorm van steunweefsel.
G. Th. van Kempen (1974)
weefsel dat stevigheid aan de verschillende organen geeft. Bij planten: sklerenchym, collenchym, vezels of tracheïden. Bij dieren: bind-, kraakbeen- en beenweefsel.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), (weefselleer) verzamelnaam voor alle vormen steungevende weefsels, m.n. het bindweefsel, maar ook kraakbeen en bot worden ertoe gerekend. (e) ANATOMIE. Kenmerkend voor steunweefsel is de aanwezigheid van een tussen de cellen gelegen gronden vezelsubstantie. PLANTKUNDE. Het steunweefsel bestaat uit ➝sclerenchym en ➝collenchym. Bij bomen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: