Stephanotis
Stephanótis Thou. [L. M. A. du Petit-Thouars], - van Gr. stephănos, krans; ous (ôtos), oor. - De naam zinspeelt op de 5 in een krans geplaatste (bij oortjes vergeleken) vrije toppen der bijkroonbladen van Stephanotis floribunda Brongn. [A. Th. Brongniart].