Wat is de betekenis van Stentor?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stentor

Gr. Sten'toor, een van de Grieken vóór Troje : zijn stem klonk als metaal en zo luid als die van 50 anderen (Ilias 5, 785). Vgl. Stentorstem in het Wdb.

2025-07-27
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

stentor

Stentor verwijst meestal naar iemand met een krachtige, luide stem. De term komt van Stentor, een figuur uit de Griekse mythologie, die bekend stond om zijn luide stem. In het Nederlands wordt "stentor" vaak gebruikt om een persoon te beschrijven die opvallend luid spreekt of een krachtige stem heeft. De term kan ook figuurlijk worden geb...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stentor

stentor - Zelfstandignaamwoord 1. iemand met een zware stem Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'Στέντωρ' en daarvoor van 'stenein' [zuchten, bruisen] met het achtervoegsel -or

2025-07-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Stentor

iemand met een stem als een klok Op 10.6.1992 schreef Herman Kuiphof in NRC Handelsblad 'En in de goal stond Willem Koek. Als er een hoge bal in de doelmond kwam riep hij met zulk een stentorstem 'los', dat lijn 8 bijna uit de bocht vloog.' De stentorstem heet zo naar Stentor, de legendarische Griekse held, alleen bekend uit de Ilias (5,785) van H...

2025-07-27
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Stentor

Man met een stem als een klok.

2025-07-27
Mythologische Encyclopedie

Dr. A. van Anken (1961)

STENTOR

Een der Griekse helden bij Trojes beleg. Hij was beroemd om zijn sterke stem die een geluid voortbracht als van vijftig mannen.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Stentor

heraut der Grieken; iemand met een zware stem

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Stentor

voix de stentor, forse stem.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Stentor

een der Grieken voor Troje, met een stem, zó krachtig als die van vijftig andere mannen tezamen (vandaar: stentorstem).