Wat is de betekenis van stemsleutel?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEMSLEUTEL

m. (-s), 1. stemvork; 2. stemkamer.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stemsleutel

m. (-s), stemhamer.; (bij snaarinstrumenten) sleutel.

Gerelateerde zoekopdrachten