Wat is de betekenis van STEKELZAAD?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEKELZAAD

o., (plantk.) 1. plantensoort van de familie der ruwbladigen; een- of tweejarige plant met blauwe bloemen (Lappula echinata); 2. volksn. voor het geslacht kervel (Anthriscus).

2025-07-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Stekelzaad

(Lappula Mnch), plantengeslacht uit de familie der Boraginaceeën met ca 50 soorten in de N. gematigde streken, extratropisch Zuid-Amerika en tropisch Azië, op Vergeet-mij-nietjes gelijkende kruiden met 3kantige, van stekels met weerhaakjes voorziene vruchtjes. In Nederland vindt men vnl. op droge zonnige plaatsen in het fluv...

2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Stekelzaad

(Lappula myosotis of Echinospermum lappula), een plantensoort van de fam. der ruwbladigen, komt als een- of tweejarige plant op droge plaatsen met blauwe bloemen voor. De nootvruchtjes hebben twee rijen weerhaken.

2025-07-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Stekelzaad

Stekelzaad - volksnaam van Echmospernum Lappula.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stekelzaad

o., Lappula squarrosa, plantesoort uit de familie Boraginaceae, met lichtblauwe bloempjes, op droge ruderale plaatsen (adventief).

2025-07-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Stekelzaad

zie Anthriscus.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

STEKELZAAD

STEKELZAAD - o. (plantk.) een geslacht (atihriscus), tot de familie der schermbloemigen behoorende, waarvan drie soorten in Nederland in wild voorkomen: wilde kervel, pijpkruid, loeters of nachtegaalskruid; tuinkervel en gemeene kervel.

2025-07-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Stekelzaad

zie Anthriscus.

Gerelateerde zoekopdrachten