stekels
stekels - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stekel
drs. L.A. Beeloo (1981)
bij planten in hoofdzaak woekeringen van de opperhuid, die men gemakkelijk opzij kan drukken. Rozen en bramen b.v. hebben stekels; zie ook doren.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
(1), vormingen van de opperhuid, dus sterk ontwikkelde haren (stekelvarken) of schubben (bij sommige hagedissen); vormingen van de lederhuid (rog) of delen van het skelet (stekelhuidigen); (2) puntige aanhangsels op takken van bomen en heesters. Ze kunnen met de opperhuid afgetrokken worden (roos). Niet te verwarren met dorens, dit zijn nl vervormd...
J. Kramer (1908)
zijn puntige uitwassen van de schors of de opperhuid der planten, terwijl dorens korte takken met spits uiteinde of vervormde bladeren zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: