Wat is de betekenis van steenvrucht?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEENVRUCHT

v. (-en), vrucht met steenkern(en).

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

steenvrucht

steenvrucht - Zelfstandignaamwoord 1. vlezige vrucht waarvan het binnenste deel steenhard is (een harde kern of pit heeft) Woordherkomst samenstelling van steen en vrucht

2025-07-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

steenvrucht

steenvrucht - Volgens de botanische definitie vlezige vruchten die zijn ontstaan uit een enkelzadig vruchtbeginsel (soms meerzadig), met een harde steenachtige laag of endocarpium rondom het zaad. Ze worden meestal gekenmerkt door een schil aan de buitenkant, een dikke, vlezige middelste laag en een harde, steenachtige pit.

2025-07-24
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

steenvrucht

➝ vrucht.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Steenvrucht

Vrucht, die een of meer stenen bevat, waarin het zaad of de zaden zijn besloten. De stenen zijn omgeven door het vlezige (soms vezelige) mesocarp, welk deel vaak eetbaar is. Enkelvoudige s. bevatten 1 steen (b.v. kers. perzik:, samengestelde s. 2 of meer stenen (b.v. mispel met 5), al of niet met elkaar vergroeid.

2025-07-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Steenvrucht

lithopaedion, zie aldaar.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

steenvrucht

v. -en; vrucht met sappig vlees rondom een steen of kern: perziken, pruimen, kersen zijn steenvruchten.

2025-07-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Steenvrucht

vrucht met sappig vleesch rondom een harde kern of pit (kers, abrikoos, perzik, enz.).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Steenvrucht

Vleezige vrucht met een buitenste vleezige laag en een binnensten steenharden vruchtwand, bijv. bij kers, pruim.