Wat is de betekenis van steentijdperk?

o., steenperiode.

steentijdperk - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) tijdperk in de prehistorie waarin de mens zijn werktuigen en wapenen maakte van steen gevolgd door het bronstijdperk en daarna het ijzertijdperk Woordherkomst samenstelling van steen en tijdperk Synoniemen steentijd Verwante begrippen bronstijdperk, ijzert...

o.; voorhistorisch tijdperk, waarin de mensen inz. stenen werktuigen hadden: men onderscheidt in het steentijdperk: het palaeotische en neoliticum, dit laatste eindigt ± 6000 v. C.

is het tijdvak in de cultuurgeschiedenis, waarin de menschen zich bedienen van steenen werktuigen; hetzij van geslagen steen (in het paleolithicum) of van gepolijsten steen (in het neolithicum). Het steentijdperk gaat dus vooraf aan den metaaltijd, die verdeeld wordt in bronstijd en ijzertijd. Dat steentijdperk ligt voor de meeste volken ver in het...

in de geschiedenis het tijdperk, dat de bewoners der aarde geen metalen kenden en hun wapenen van steen vervaardigden.

Steentijdperk is in de oudheidkunde de naam van een tijdperk waarin de oorspronkelijke bevolking van Europa nog onbekend was met het gebruik van metalen, zoodat zij hare wapens en werktuigen hoofdzakelijk vervaardigde van steen, voorts van hout, beenderen en hoorn. Dit tijdperk neemt een einde bij den aanvang van dat der metalen (brons en ijzer). R...