Wat is de betekenis van Stedebouw?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEDEBOUW

m., aanleg, ontwikkeling en uitbreiding van steden, met de daarmee gepaard gaande problemen van aesthetische, bouwtechnische, verkeerstechnische en economische aard.

2025-07-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

stedebouw

stedebouw - Te gebruiken voor het studiegebied dat tussen architectuur en planning valt en beide overlapt, waarin men zich vooral bezighoudt met het specifieke ontwerpen en de contekstuele integratie van bouwwerken en ruimten in de stad; omvat expertise in bijvoorbeeld landschapsarchitectuur, stadssociologie, milieupsychologie en rechten.

2025-07-27
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Stedebouw

Z. huizen en Steden.

2025-07-27
Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Stedebouw

De stad onderscheidt zich in hygiënisch opzicht van het platteland. Terwijl het platteland spaarzaam bevolkt is, komen in sommige oude stadswijken ongeveer 1000 inwoners per ha voor. Het grotere contact tussen de mensen doet groter infectiegevaar ontstaan. In Zweden was van 40% der onderzochte personen de Pirquet-reactie positief, terwijl van...

2025-07-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Stedebouw

in engere zin is de wetenschap en de kunst betreffende de aanleg, uitbreiding en ontwikkeling van steden en dorpen. In ruimere zin opgevat heeft stedebouw niet alleen betrekking op de totstandkoming en wijziging van grote en kleine bebouwingskernen, maar men vat daaronder samen alle maatregelen, welke een sociaal en economisch verantwoord en aesthe...

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Stedebouw

A) Inleiding S. is de kunst zoowel als de wetenschap betreffende vorm en organisatie der menschelijke nederzettingen, niet alleen dus der steden, doch daarnaast ook van dorpen en zelfs van geheele landstreken. De beoefening van den s. heeft twee wèl onderscheiden aspecten: a) s. is die tak der kunsthistorie, die den vorm en de ontstaanswijz...

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stedebouw

('ste:də) m. aanleg, ontwikkeling, uitbreiding van een of meer steden.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stedebouw

m., 1. aanleg, ontwikkeling en uitbreiding van steden, met de daarmee gepaard gaande problemen van esthetische, bouwtechnische, verkeerstechnische en economische aard (e); 2. (in ruimere zin) vormgeving van het fysieke milieu. (e) ONTWIKKELING VAN DE WESTERSE STEDEBOUW. Bij de opkomst van de grote culturen in Mesopotamië, Egypte, Griekenlan...